21 oktober 2021
In 1991 is hij de eerste tankwagenchauffeur die voor Van Iperen rijdt. Dertig jaar later zorgt hij er nog steeds voor dat de vloeibare meststoffen op de juiste plek komen. “Overal waar boeren en tuinders zitten, kom ik.”
Jan herinnert zich nog dat toenmalig directeur bij Van Iperen Piet Bakker naar zijn oom belde. “Mijn oom werkte toen bij Cebeco, het huidige CZAV. Piet Bakker zei: ‘Ik heb gehoord dat jij een jongen hebt die chauffeur is.’ Mijn oom zei dat dat zijn broer was waarop Piet Bakker vroeg of hij die zoon kon laten bellen. Ik belde hem en ik ging op gesprek bij Peter Kalkman en Jan Bijl. ‘Als je wilt, kun je beginnen’, kreeg ik te horen.” Jan bekent dat hij zijn rijbewijs voor het rijden met een aanhanger nog niet heeft, maar daar wel mee bezig is. “Dat was gelukkig geen probleem. Ik ging als eerste tankwagenchauffeur voor Van Iperen rijden”, vertelt hij trots. “Drie weken later haalde ik ook mijn rijbewijs voor de aanhanger. Ik weet nog dat de huidige directeur Dirk-Jan Bakker als jong kereltje wel eens een dag met mij meeging. Dan kreeg ik altijd een sigaar.”
Zelfstandig
In eerste instantie rijdt Jan altijd met een wagen met zeven compartimenten voor meststoffen. “Sinds 2019 rijd ik met een nieuwe wagen met één compartiment. Ik vervoer dus maar één product en dat is een stuk minder bewerkelijk.” Als Jan 15 jaar voor Van Iperen rijdt, begint hij voor zichzelf. “Ik had ooit de papieren gehaald en kreeg ineens de mogelijkheid zelfstandig te gaan werken. Ik heb die kans gegrepen en er geen seconde spijt van gehad.” Jan blijft voor Van Iperen rijden. “Dat doe ik altijd in het seizoen, meestal van eind februari tot eind september.” Ongeveer zes jaar geleden komt de zoon van Jan in loondienst bij hem. Later begint hij ook voor zichzelf. “Er rijden dus twee wagens van Van Wingerden. Bas rijdt ook voor Van Iperen.” In 2020 krijgt Bas slecht nieuws. “Hij werd ernstig ziek, maar sinds maart van dit jaar zit hij weer op de wagen. Het was een hele zware periode en ik heb veel waardering voor de manier waarop Van Iperen hiermee omging.”
Veranderingen
Dat geen dag hetzelfde is, vindt Jan het mooie aan zijn werk. “De ene dag zit ik in Limburg, de andere in Friesland. Ik rijd door het hele land, België en Duitsland. Overal waar boeren en tuinders zitten, kom ik.” Het werk veranderde wel de afgelopen jaren. “Vroeger moest ik vaatjes vullen met 500 tot 800 liter. Nu gaat er in één keer 30 duizend liter in de wagen. Ook kom ik nu regelmatig bij akkerbouwers terwijl ik vroeger alleen in de tuinbouw kwam.” Jan ziet meer veranderingen sinds hij voor Van Iperen rijdt. “De bedrijven waar ik kom, zijn nu veel groter. Dat geldt trouwens ook voor Van Iperen. Toen ik begon, werkte er ongeveer 30 mensen, nu werken er ruim 200 mensen. En natuurlijk is alles nu geautomatiseerd. Ik krijg geen papieren bonnen meer mee; alle orders verwerken ze digitaal.”
Band
Vanaf het begin voelt Jan een band met het bedrijf. “Iedereen is vriendelijk, van hoog tot laag in de organisatie. Er is altijd tijd voor een praatje. Ook al ben ik niet in dienst bij Van Iperen, heb ik toch het gevoel erbij te horen. Volgens mij geldt dat voor alle chauffeurs.” Peter Kalkman had niet verwacht dat Jan zo lang bij Van Iperen zou blijven. “Na ons gesprek zei hij: ‘Dat ventje met dat leren jasje gaat het nooit redden.’ Dat heeft hij mij jaren later eens verteld. Gelukkig heb ik het wel gered. Van Iperen is een mooi bedrijf en een groot deel van mijn leven.”