04 oktober 2021
Als Van Iperen het predicaat groeispecialist ook in de toekomst wil waarmaken, moet het bedrijf blijven vernieuwen. Sectormanager Akkerbouw Wim in ’t Veld ziet de toekomst van het bedrijf met vertrouwen tegemoet. “In alle sectoren bij Van Iperen werken mensen die altijd kijken hoe dingen beter kunnen. Ze denken voortdurend na hoe ze de teelt op een hoger niveau kunnen krijgen.” Er gaat veel veranderen in de agrarische sector. De behoefte aan weerbare gewassen groeit. Dat geldt ook voor duurzame oplossingen voor problemen in de teelt. “We mogen steeds minder chemische middelen gebruiken. Het past bij Van Iperen om alternatieven te zoeken.”
De bodem is de basis
Wim stelt dat je moet beginnen bij de basis en dat is de bodem. “Het gewas moet in een gezonde omgeving staan. Het bouwplan is ook van belang. Welk gewas kies je en welke rassen? Overigens moet je je afvragen of we nog wel zo intensief kunnen blijven telen. Ik verwacht in de toekomst een verschuiving naar meer niet-rooigewassen zoals erwten, bonen, tarwe of graszaad. De keuze voor niet-rooigewassen geeft het bouwplan rust. De akkerbouwer hoeft dan minder vaak de bodem te bewerken.”
Kennis
“Het wordt steeds belangrijker te kijken welke rassen binnen teelten minder ziektegevoelig zijn”, legt Wim uit. “De tweede stap is met biostimulanten en meststoffen de bodem gezond te houden en het gewas zo sterk en weerbaar mogelijk te maken. Hoe weerbaarder het gewas is, hoe minder gewasbeschermingsmiddelen je nodig hebt.” Binnen de gewasbeschermingsmiddelen kunnen we volgens Wim een revolutie tegemoet zien. “We moeten het doen met minder chemie en meer groene middelen en biologie. Nieuwe producten vergen veel begeleiding richting de telers voor het juiste gebruik. Precisielandbouw kan daarbij een hulpmiddel zijn. Er is veel kennis nodig die steeds belangrijker wordt.”
Transitie
Wim erkent dat nog niet overal een antwoord op is. “We weten dat biostimulanten en groene gewasbeschermingsmiddelen niet altijd zo effectief zijn als chemische middelen. Door de producten op de juiste manier in te zetten en meer onderzoek te doen, kunnen we de effectiviteit verhogen.” Wim denkt dat op korte termijn een nieuwe manier van telen nodig is. “Tussen 2025 en 2030 moet het écht anders, met veel minder chemische oplossingen. Misschien zijn er nog mensen die denken: ‘Het zal zo’n vaart niet lopen.’ Maar een andere denkwijze is nodig, bij medewerkers en telers.” In de toekomst ziet Wim een grotere rol voor precisielandbouw. “Vooral bij uien kun je je door plaatsspecifiek te spuiten onkruid beter de baas blijven. Mechanische onkruidbestrijding is ook een optie, al is dat moeilijk in een nat jaar zoals 2021.” Wim ziet zichzelf als echte akkerbouwman en heeft veel plezier in zijn werk. “Ik wil graag helpen de transitie naar duurzame teelten in te vullen.”