19 oktober 2020

Schoon water en de rucolateelt

Twee jaar geleden kocht hij er een nieuwe tuin bij aan de Baakwoning in Naaldwijk. Opgeteld kwam hij daarmee uit op 14 hectare rucola. Maar de teelt op de nieuwe locatie wilde niet lukken. Het percentage uitval was enorm. Wat was er aan de hand? In gesprek met Merijn Vreugdenhil en groeispecialist Ron Kleijn van Van Iperen over het belang van schoon water en de inzet van schimmels in de rucolateelt. “Vorig jaar dacht ik er serieus aan om deze locatie vol te storten met beton en er caravans te stallen. Zo ernstig was het.”

 

Grootste rucolateler

Samen met zijn vader had Merijn een loonbedrijf dat vooral actief was in de radijsteelt. Toen een van zijn klanten hem vroeg of hij een oogstmachine kon ontwikkelen voor rucola, ging hij meteen aan de slag. Een oude oogstmachine voor radijs werd omgebouwd tot slasnijder. Om het ding te kunnen testen, huurde hij een stuk kas en zaaide dat in met rucola. “Die vraag kwam op een perfect moment. Ik keek al langer om mij heen of we ook iets anders erbij konden doen.”

“Ik had geen idee wat rucola eigenlijk was. Ik had het in ieder geval nog nooit gegeten.” Een bezoek aan de plaatselijke supermarkt leerde hem dat het een interessante teelt zou kunnen zijn. “Er zaten wel diverse soorten sla gemixt in een zakje, maar geen rucola. Eigenlijk wel logisch, want rucola is geen slasoort maar een kruisbloemige. De officiële Nederlandse naam is kruisherik. In onder andere Italië is het al sinds de middeleeuwen een gezonde en graag gegeten bladgroente. Tijd om ook rucola in Nederland een betere plaats te geven.” Daarom stopte Merijn vorig jaar definitief met het loonbedrijf en de radijs. Het was niet meer te combineren. Inmiddels is hij wel de grootste rucola-teler in Nederland. Een succesverhaal.

“Ik wil in eerste instantie een goede en betrouwbare teler zijn. Daarnaast vind ik het belangrijk om de verkoop in eigen hand te houden. “Alleen aan de verwerkende industrie leveren we los product.”

 

Schoon water

“Landelijk gezien is rucola een kleine teelt. Dat betekent dat het gewasbeschermingsmiddelenpakket beperkt is. “Je moet dus van tevoren goed nadenken hoe je de teelt gaat doen, welke stappen je wanneer wilt zetten en hoe je zoveel mogelijk ziekten en plagen kunt voorkomen.” Een belangrijke factor bij de teelt is schoon water. Vreugdenhil gebruikt uitsluitend slootwater. Dat brengt risico’s met zich mee. Zo is rucola bijvoorbeeld gevoelig voor schimmels als pythium en fusarium en een vervelende bacterie, listeria.

 

Ron: “Schoon water is essentieel voor je teelt. We ontdekten dat er met het water ook schadelijke bacteriën Rucolameekwamen. Door een gestabiliseerde waterstofperoxide (Huwasan) toe te voegen hebben we dat volledig geëlimineerd. Het mooie van dit middel is dat alle bacteriën en algen worden omgezet in CO2 en water. Zonder residu. Daarnaast komt er een extra hoeveelheid zuurstof vrij en daar profiteert de teelt van. Bij elke gietbeurt gaat nu een beetje gestabiliseerde waterstofperoxide mee. Zelfs resten van gewasbeschermingsresiduen die zich in het slootwater bevinden, worden daarmee afgebroken. We nemen nu elke drie maanden bladmonsters en zijn volledig vrij van schadelijke bacteriën en schimmels. Elke zeven weken worden alle tuinen op waterkwaliteit gemonitord door Van Iperen.”

Knolvoet

Merijn: “Water bleek ook een cruciale rol te spelen bij de problemen op de nieuwe locatie. Ik had zo’n beetje alles onderzocht en van alles uitgeprobeerd, maar het werd niet beter. Ik dacht er echt aan om met die locatie te stoppen. Totdat ik een plantje uit de grond trok en naar de wortels keek. Daar zaten overal verdikkingen in. Onderzoek

bevestigde mijn vermoeden: we hadden te maken met knolvoet, een voor kruisbloemige schadelijke bodemschimmel. Dat zit hier overal in de grond. Ik heb, toen ik het niet meer wist, drie kappen dieper gespit. Dat heb ik geweten, want daarmee haalde ik nog meer naar boven. Het verschil tussen die kappen en de rest is nog steeds zichtbaar.”

Ron: “We hebben bij elke gietbeurt gestabiliseerde waterstofperoxide gebruikt en tegen de knolvoet Trianum-G ingezet, een nuttige schimmel, toegelaten als biologisch fungicide. Deze vermenigvuldigt zich snel op de oppervlakte van plantenwortels, waardoor knolvoet, maar ook pythium en fusarium vrijwel geen kans krijgen om zich op die
wortels te vestigen. Door die snelle groei zorgt Trianum-G ervoor dat schadelijke schimmels onvoldoende voedingsstoffen krijgen, waardoor ze zich niet verder kunnen ontwikkelen. Daarnaast heeft het de eigenschap dat zich meer haarwortels ontwikkelen, waardoor water en nutriënten beter worden opgenomen. En dat zorgt voor een hogere opbrengst en een uniformer gewas.”

Merijn: “De resultaten zijn zichtbaar. Overal zie je een veel betere wortelontwikkeling en de gevolgen van knolvoet worden steeds minder. Behalve dan in die drie kappen, maar ook daar zie je het langzamerhand veranderen.” Ron: “De teststrips laten duidelijk zien dat de schimmel- en de bacteriële druk nu onder controle zijn.”