Een teeltseizoen met veel regen brengt uitdagingen met zich mee. De hoeveelheid neerslag kan regionaal ook nog eens verschillen. Dat leidt er toe dat in sommige gebieden een tweede grassnede wordt gemaaid, waar elders de eerste snede nog afgewacht wordt. Bij mais is in dat soort omstandigheden een soortgelijk beeld te zien waarbij in bepaalde gebieden het gewas heel mooi boven staat, in tegenstelling tot de delen die onder een laag water hebben gestaan.
De chemische, fysische en biologische eigenschappen hebben grote invloed op de groei van gewassen. Chemische (bemesting), fysische (bodemstructuur) en biologische (bodemleven) eigenschappen hebben invloed op elkaar. Zo heeft de bodemstructuur invloed op het bodemleven, het bodemleven zorgt ervoor dat de voedingsstoffen (bemesting) beschikbaar komt voor de plant.
Door de vele regenval waarbij percelen blank hebben gestaan, is de beluchting in de bodem vaak weg en de grond verdicht. De bodemstructuur heeft effect op de doorwortelbaarheid en de mate van uitspoeling van voedingsstoffen. Verdichting van de bodemstructuur kan leiden tot een slechte beworteling van bijvoorbeeld snijmais. Dit beperkt water- én nutriëntopname, wat invloed heeft op de groei van mais.
Op plekken waar veel regen valt, is de bodem uitermate geschikt om te schoffelen. Door het schoffelen tussen de rijen in combinatie met onderzaai van een groenbemester komt er weer lucht in de bodem. Dit draagt bij aan een goede water- en luchthuishouding, waardoor het gewas zich beter kan ontwikkelen.
Loonbedrijf Us Bilang in Hoornsterzwaag heeft een machine ontwikkeld waarbij naast het schoffelen en onderzaaien van een vanggewas nog een extra vloeibare bemesting Powerbasic Bravo in de rij meegeven. Door de bewerking komt er extra zuurstof en voeding bij de maisplant waardoor deze zich beter ontwikkelt.