Voorheen waren we vooral bezig met de belangen van Van Iperen. Tegenwoordig staan de ontwikkelingen in de sector (akkerbouw, veehouderij, glastuinbouw, fruitteelt, boomkwekerij en groenvoorziening) meer centraal.” In gesprek met Dirk Bakker en Frans Verwer over belangenbehartiging door Van Iperen. “We zijn als bedrijf te groot geworden om ons niet meer met de huidige
ontwikkelingen te hoeven bemoeien. De sector verwacht dit ook van ons.”
De agrarische sector en de politiek kunnen elkaar als het gaat over de verduurzaming van de sector maar moeilijk vinden. Er lijkt nauwelijks naar elkaar te worden geluisterd. Hoewel boeren en tuinders zelfstandig ondernemers zijn, hebben ze uiteindelijk maar weinig te zeggen over wat er op hun bedrijf gebeurt en hoe dat gebeurt. Dirk: “De regelgeving en de administratieve druk is
enorm. De overheid bepaalt de regels, terwijl de sector de schuld krijgt van alles wat er misgaat. Regelgeving zou juist ruimte moeten bieden om aan oplossingen te werken, waarbij alle partijen hun steentje bijdragen.” Frans: “Gezien de plannen voor woningbouw, natuur, infrastructuur, landbouw en energiewinning in dit kleine landje is een herindeling onontkoombaar. Er zal dus ook
pijn geleden worden, maar dat moet dan wel rechtvaardig. En dat gebeurt nu niet, dat is oneerlijk.”
Dirk: “Juist door al die regelgeving en overheidsbemoeienis is de sector super innovatief gebleken. Met welke regels en beperkingen ze ook te maken kreeg, iedere keer kwamen en komen er weer oplossingen. Het is echt bijzonder als je ziet wat er vanuit de sector zelf gedaan is de afgelopen twintig jaar. Maar op een gegeven ogenblik is de rek er wel uit. Dan gaat regelgeving innovaties
verhinderen. Als de overheid voor een duurzame transitie wil gaan, dan heeft ze de sector broodnodig. Daarvoor moet ze dan wel meer ruimte krijgen. Die transitie kan alleen succesvol zijn als we met elkaar samenwerken en naar elkaar luisteren.” Frans: “Als sector staan we wereldwijd bekend om onze innovatiekracht en efficiëntie. Iets waar we trots op mogen zijn. Dat mag je niet zomaar overboord zetten. Alleen samen kunnen we de sector verduurzamen.”
“Van Iperen is de afgelopen twee decennia fors gegroeid. De huidige omvang van ons bedrijf brengt ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid met zich mee. We zijn te groot geworden om ons niet meer met de huidige ontwikkelingen te hoeven bemoeien. De sector kent ons en weet wat onze visie is. Het gaat over veel onderwerpen, zoals water, bodem, gewasbescherming en bemesting. Dat vraagt dus veel kennis en praktijkervaring. En dat brengen wij in.” Dirk: “Ook ons netwerk is de afgelopen jaren sterk vergroot. Het begon met een bestuursfunctie in Agrodis, de vereniging van toeleveranciers in de land- en tuinbouwsector. Nu zijn we ook vertegenwoordigd in Meststoffen Nederland, de belangenorganisatie van producenten en distributeurs van meststoffen, in Artemis, dat de belangen behartigt van bedrijven die actief zijn in de biologische bestrijders en bestuivers, middelen van natuurlijke oorsprong en biostimulanten. En als laatste in de Branche organisatie Akkerbouw.
Frans: “In de loop van de afgelopen tien jaar zijn we ons steeds meer bewust geworden van de maatschappelijke taak die we hebben. Het gaat om thema’s die de sector overstijgen en de hele samenleving raken. Denk bijvoorbeeld aan het stikstofdebat. Daar kun je als grote speler je ogen niet voor sluiten en moet je jezelf een bepaalde verantwoordelijkheid toe eigenen. In deze platforms laten we onze stem dan ook steeds meer horen.” Dirk: “We zitten nu als particulier bedrijf aan tafel met voornamelijk coöperaties. De bestuurscultuur die de coöperaties van oudsher
kenmerkt, kennen wij niet. Het is daarom vrij uniek dat wij daarin deelnemen.” Frans: “De controverse tussen de particuliere input aan de ene kant en de coöperatieve input aan de andere kant is totaal verdwenen. Er wordt tegenwoordig constructief samengewerkt, uiteraard met inachtneming van de mededingingsregels.”
Dirk: “Er is wat dat betreft ook wel het een en ander bereikt. Zo vinden we het belangrijk dat een breed palet aan teelten, dus ook de kleine, bewaard blijven voor Nederland. Maar dat valt niet mee als je bedenkt wat de kosten zijn voor de ontwikkeling en toelating van middelen. Ook daar zijn, voornamelijk via het Fonds Kleine Toepassingen, mooie en concrete stappen gemaakt.
Frans: “Een ander goed voorbeeld is het zevende actieprogramma nitraatrichtlijn. Daarin zijn regels vastgelegd als een maximum van 50 milligram nitraat in het grondwater. En de voorwaarden dat diverse gewassen voor 1 oktober van het land af moeten zijn. Ook zijn er regels opgesteld voor het zaaien van vanggewassen in november. Veel van deze beleidsmaatregelen zijn praktisch
onuitvoerbaar. Als bedrijf hebben we daar zoveel mogelijk input op gegeven met onze kennis uit de praktijk. Dat heeft er mede in geresulteerd dat de beleidsmaatregelen nu meer werkbaar zijn dan voorheen vastgesteld.”
“Bij belangenbehartiging gaat het erom dat we oog hebben voor alle belangen in de keten. Je moet als bedrijf bereid zijn om het eigen belang ondergeschikt te stellen aan het collectief belang. Natuurlijk hebben wij ook een commercieel belang. Van Iperen is een familiebedrijf, daar gaat het om continuïteit. Doen wij het niet goed, dan gaat een klant naar een ander. Gaat het goed in de agrarische sector, dan hebben wij daar uiteraard ook belang bij.”
Dirk: “Onze rol is dat we meedoen. We zijn niet bepalend, maar wel deskundig en dat wordt in toenemende mate in de sector herkend waardoor we door verschillende partijen steeds meer worden geraadpleegd.”
Kennis & Nieuws