In de landbouw werken we met gebruiksnormen voor stikstof en fosfaat. Dit betekent dat u als landbouwer niet meer dan een bepaalde hoeveelheid stikstof en fosfaat per hectare mag bemesten.
Dit geldt zowel voor kunstmest, als organische mest samen. De fruitteelt valt binnen de mestboekhouding onder de categorie bouwland. Zie hiervoor de tabel 1 voor stikstof en tabel 2 voor fosfaat.
In 2024 is voor het eerst gewerkt met lagere stikstofnormen voor Nutriënt-Verontreinigde gebieden, de NV-gebieden. In sommige gebieden in Nederland zit te veel stikstof en fosfaat in het water. De overheid noemt dit met nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden). In deze gebieden neemt de overheid extra maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren. Meer informatie is te lezen op de website NV-gebieden.
De NV-gebieden zijn als kaartlaag te vinden in Mijn RVO, of via de website www.boerenbunder.nl. In deze gebieden werd de stikstofgebruiksnorm het afgelopen jaar met 5% gekort. Voor 2025 is de stikstofgebruiksnorm in deze NV-gebieden met 20% verlaagd. Zie hiervoor tabel 1.
Tabel 1. Gebruiksnormen stikstof in kg/ha, in 2025, met toevoeging voor NV-gebieden
De bemestingstoestand van fosfaat in de fruitteelt werd altijd bepaald aan de hand van de Pw-waarde. De klassenindeling op basis van de Pw-waarde bepaalde de fosfaatnorm tot maximaal 120 kg / ha.
Sinds enkele jaren geldt een nieuwe methode. Deze methode bepaalt met het P-AL-getal de bodemvoorraad op basis van P-CaCl2 de opneembaarheid. Met behulp van onderstaande tabel 2 kunt u vervolgens bepalen welke norm voor aanvoer van fosfaat van toepassing is.
Tabel 2. Gebruiksnormen voor fosfaat voor bouwland
Wanneer u op uw bedrijf gebruik wilt maken van fosfaatdifferentiatie, kunt u zich hiervoor aanmelden tot 15 mei via de gecombineerde opgave. Nieuwe monsters moeten m.b.t. fosfaatdifferentiatie gestoken worden door een geaccrediteerd laboratorium volgens het juiste bemonsteringsprotocol.
Sinds 2023 is het verplicht voor alle landbouwbedrijven om bij de start van het seizoen een bemestingsplan per perceel op te stellen. Het doel van een bemestingsplan is dat u de bemesting zo goed mogelijk afstemt op de gewasbehoefte en binnen de gebruiksnormen. Een bemestingsplan voor een fruitteeltbedrijf is vormvrij.
Dit plan maakt u ieder jaar opnieuw, voor 15 maart, en bewaart u in uw eigen administratie voor vijf jaar. In het plan staan de gewassen die u teelt en het geplande gebruik van mest, zowel dierlijke als andere meststoffen met stikstof en fosfaat. Ook berekent u of u onder de gebruiksnormen blijft die wettelijk zijn vastgesteld, zie tabel 1 en 2.
Om een goed bemestingsplan te maken, kunt u gebruik maken van recente grondmonsters. Als u geen recent grondmonster heeft (maximaal 4 jaar oud) en u doet niet mee aan fosfaatdifferentiatie valt u automatisch in de fosfaatklasse hoog en mag u maximaal 40 kg fosfaat per jaar per ha gebruiken.
Zie tabel 2. Als u organische mest aanvoert, zorg dan dat u binnen de gebruiksnormen blijft. Vraag tijdens het seizoen een minas-overzicht op bij uw leverancier om te zien hoeveel ruimte er nog beschikbaar is.
Meststoffen met veel organische stof tellen minder zwaar mee voor uw fosfaatgebruiksnorm. U kunt binnen de gebruiksnorm dus meer kilogrammen mest gebruiken. In vaste strorijke mest is een duidelijke hoeveelheid stro zichtbaar. Gebruikt u dit soort mest of champost? Dan telt u 75% van de hoeveelheid fosfaat in kilogrammen mee in het berekenen van de fosfaatgebruiksnorm. Het gaat om de volgende soorten organische mest:
Gebruikt u gft-compost of groencompost? Dan telt u 25% van de hoeveelheid fosfaat in kilogrammen mee in het berekenen van de fosfaatgebruiksnorm. Wel gelden hier enkele voorwaarden; Op een perceel gebruikt u per ha tenminste 20 kilogram fosfaat van de organische stofrijke meststof en per ha gebruikt u niet meer fosfaat van de organische stofrijke meststof dan de maximale fosfaatgebruiksnorm. De fosfaatvrijevoet is komen te vervallen.
Telers met een biologisch bedrijf mogen binnen deze regeling 10 kg extra fosfaat per hectare aanvoeren op percelen met de fosfaatklasse ‘hoog’. Aanvullend op de bovenstaande mestsoorten mogen biologische telers ook gebruikmaken van strorijke vaste mest van varkens.
Wanneer u gebruik wilt maken van deze regeling moet dit worden gemeld bij het RVO. Deze melding kunt u het hele jaar door maken maar moet uiterlijk op 31 december zijn gedaan. Via deze link komt u op de pagina van het RVO waar u deze melding kunt doen.