Kali-, magnesium- en calciumbemesting – oogstkwaliteit

Afbeelding Kali-, magnesium- en calciumbemesting – oogstkwaliteit
2 maart 2021

Nu het er op lijkt dat u binnenkort met de kunstmeststrooier over het land kunt rijden, komt de gewasbemesting van kali, calcium en magnesium ter sprake. Bij de keuze voor deze bemesting komen veel verschillende zaken voorbij: Ca-plantbeschikbaarheid, Mg-plantbeschikbaarheid, K-plantbeschikbaarheid, K-getal, CEC bezetting, bouwplanbemesting, blauwgevoeligheid, inspoeling, onderwatergewicht, organische stof, droogtegevoeligheid, gewasvitaliteit en bewaarkwaliteit zijn een aantal begrippen waar u bij de keuze voor deze bemesting rekening mee kunt houden. Om u te helpen deze bemesting zo goed mogelijk uit te voeren, zetten we in dit bericht de zaken voor u op een rij.

Onderaan dit bericht kunt u ook een samenvatting vinden met een beslisboom om de juiste meststoffen te kiezen.

KALIBEMESTING

De functie van kalium in het gewas

Kali regelt de vochthuishouding van de plant. Qua weerbaarheid van het gewas, zorgt voldoende beschikbaarheid van kali voor een verminderde droogtegevoeligheid en een mindere gevoeligheid voor vorst. Als we kijken naar de kwaliteit van de producten, zien we dat kali vanuit zijn functie in de plant zorgt voor een betere bewaarbaarheid, meer stevigheid en een lagere kans op stootblauw in aardappelen. Verder is bekend dat ziektes als phytophthora en meeldauw in een gewas met een goede kalivoorziening minder snel schade aanrichten dan in een gewas met kalitekort. Dit komt door de stevigere en dikkere celwandstructuur bij een gewas met een goede kalivoorziening. Kort gezegd is kali voor een gewas dus noodzakelijk om een hoge opbrengst te kunnen halen met een goede bewaarkwaliteit.
Als vuistregel geldt dat er voor aardappelen en uien minimaal 300 kg K2O beschikbaar moet zijn. Voor een gewas als peen zelfs wel tot 400 kg K2O. In het algemeen gesteld gaat het dus om 300-400 kg opneembare kali per ha voor het gewas. Hiervan kan dan 2/3 als basisgift en 1/3 als bijbemesting worden gestrooid. Of er een basisbemesting gewenst is, kunt u aflezen op uw bodemanalyse. De onderstaande parameters zijn bepalend voor het wel of niet strooien van een basisbemesting kali:

K- CEC en K-Plantbeschikbaar

Het strooien van een basisgift Kali is afhankelijk van de bodemvoorraad kali in uw bodem. U kunt de bodemvoorraad kali op uw analyse vinden onder vermelding van K-bodemvoorraad of K-CEC. Tot en met waardering goed is het verstandig om een basisbemesting met Kali uit te voeren. Daarnaast ziet u ook een vermelding van de hoeveelheid K-plantbeschikbaar. Dit getal laat zien in hoever uw bodem in staat is de kali uit de K-bodemvoorraad beschikbaar te maken. Dit geeft dus aan in hoever een bij bemesting met Kali noodzakelijk is.

Wel of geen chloorhoudende kali toepassen kort voor het seizoen?

Aardappelen: Chloorhoudende kali heeft het vermogen om een drukkend effect uit te voeren op het onderwatergewicht. Wanneer u dus een ras teelt wat moeite heeft om aan een voldoende hoog onderwatergewicht te komen, wees dan voorzichtig met hoge giften (500 kg) chloorhoudende kali. Naast een drukkend effect op het onderwatergewicht, kan het pootsysteem een rol spelen in de keus voor een chloorhoudende kalimeststof en de hoeveelheid daarvan. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een zogenaamd “all-in one” pootsysteem waarbij in één werkgang gelijk de volledige rug wordt opgebouwd, kan de totale gift aan meststoffen te hoog oplopen. Pas dan de hoogte van de gift chloorhoudende kali aan of kies voor een chloorarme meststof. Wanneer u naast kali ook magnesium en/of zwavel en/of calcium wilt geven, kan dit ook bepalend zijn voor uw meststoffenkeuze.

Fijn(zadige) gewassen: De lengte van de periode tussen strooien en het zaaien van het gewas bepaalt de hoogte van de gift chloorhoudende kali. Hoe langer deze periode is, hoe meer kans op uitspoeling van de chloor. Wilt u een gift toepassen kort voor het zaaien? Pas dan de hoogte van de gift aan naar maximaal 150- 200 kg/ha.

MAGNESIUM

De functie van magnesium in het gewas

Magnesium is in de plant een belangrijke bouwsteen in de vorming van bladgroenkorrels (chlorofyl). De belangrijkste functie van bladgroen is licht met gebruik van CO2 omzetten in suikers en zuurstof. Zeg maar “de fabriek” van de plant. Hoe meer bladgroen, hoe hoger ook de benutting van andere mineralen. Doordat magnesium bijdraagt aan stevige en gezonde bladeren, wordt dit ook in verband gebracht met verminderde gevoeligheid voor schimmelziektes in het loof.
Met betrekking tot de bemesting van magnesium voor uw gewas, is op uw analyse m.n. de Mg-plantbeschikbaarheid belangrijk. Dit vanwege het feit dat het voor een plant belangrijk is om zijn behoefte aan magnesium vroeg op te kunnen nemen. Hieronder een voorbeeld:

Gemiddeld is op uw gehele bedrijf een aanvoer van minimaal 50 kg MgO en 50 kg SO3 nodig. Vooral de magnesium wordt in de akkerbouw nogal eens onderschat.

Magnesium kan in verschillende vormen aan de plant worden toegediend. Zie hiervoor het meststoffen totaaloverzicht onder aan dit bericht.

Daarnaast is het via een bladbemesting goed mogelijk om een magnesiumtekort in de plant te voorkomen. Het is hierbij cruciaal om vanaf het begin van de (snelle) bladgroeiperiode te starten en daarna te herhalen.

CALCIUMBEMESTING

De functie van calcium in het gewas

Calcium is een element wat met name in de eerste groeifase van de plant van groot belang is. Bij de celstrekking en groei van de plant wordt veel calcium gebruikt voor opbouw van de celwanden en membranen binnen de cellen. Wanneer een plant calciumtekort heeft, komt dit de stevigheid van de cellen niet ten goede.
Zeker voor producten die bewaard moeten worden na de oogst kan calciumtekort dramatische gevolgen hebben. Grote bewaarverliezen, inwendige verkleuring, afwijkende bakkleur en verhoogde indroging worden versterkt door een calciumtekort. Kortom, dit geldt voor aardappelen, uien, wortelen, knolselderij, witlof.

Op uw bodemanalyse komt calcium op drie manieren voor:
1) Koolzure kalk: schelpjes etc, niet door de plant opneembaar
2) Ca-plantbeschikbaar: wat direct voor de planten beschikbaar is
3) Ca-bodemvoorraad: vanuit de voorraad wordt Ca-plantbeschikbaar aangevuld

Met betrekking tot de calciumbemesting van uw gewas is met name de calcium-plantbeschikbaar van belang. Die waarde geeft aan hoeveel calcium een plant in het begin van zijn groeiperiode op kan nemen.

Bemesting van uw gewas met calcium

Het is belangrijk dat vanaf de begingroei voldoende opneembare calcium beschikbaar is voor de plant. Calcium kan door de plant niet actief worden opgenomen, maar wordt via de groeipuntjes van de worteluiteinden met vocht mee naar binnen getransporteerd. Een actieve verdamping is een voorwaarde voor de opname van calcium in de plant. De meeste planten hebben een sterke voorkeur om hun het grootste deel van hun totale behoefte aan calcium in de jeugdgroeifase op te nemen.

In onderstaande tabel kunt u de samenstelling van de verschillende kalimeststoffen vinden.

Kali-60

In kali-60 zit 60% K2O. dit is de kalimeststof met het hoogste gehalte K2O die te krijgen is. Nadeel van deze meststof is dat deze chloorhoudend is. Chloor kan in de bodem en in de gewassen voor schade zorgen. Bij toediening van kali-60 is het belangrijk om na te gaan of het gewas dat bemest moet worden, nadelige gevolgen kan ondervinden van chloor. Verder heeft kali-60 een hoge zoutindex, wat betekent dat het de EC in de bodem zal verhogen. Zijn de omstandigheden zo dat het chloor weinig schade kan doen, dan is kali-60 de voordeligste optie. Kali-60 is verstrooibaar op 30 meter.

Kornkali

Kornkali is een meststof met 40% K2O. Deze kalimeststof is ook chloorhoudend, alleen bevat deze naast kali nog andere elementen. Kornkali bevat ook magnesium, natrium en zwavel. Zeker zwavel en magnesium zijn elementen die in de bemesting nog wel eens te weinig aandacht krijgen. Als u op uw bedrijf minder dan de gemiddelde afvoer van 50 kg MgO en 50 kg K2O toedient, kunt u overwegen om voor de kaligift Kornkali te gebruiken. Op die manier vult u naast de voorraad kali ook de voorraad zwavel en magnesium aan.

Kaliumsulfaat

Wanneer het strooien van een chloorhoudende meststof geen optie is, kunt u kiezen voor kaliumsulfaat. Deze meststof bevat naast 50% K2O ook nog 45% SO3. Zeker op lichte gronden en op bedrijven waar te weinig zwavel wordt aangewend, heeft kaliumsulfaat een meerwaarde. Als de magnesiumtoestand goed is, kunt u kaliumsulfaat gebruiken. Wanneer er naast zwavel ook nog magnesium gegeven moet worden, kunt u beter kiezen voor patentkali.

Patentkali

Patentkali is eveneens een chloorarme meststof die naast 30% kali nog 10% MgO en 42% SO3 bevat. Omdat magnesium en zwavel beide erg belangrijk zijn voor de opbouw van bladgroen, past deze meststof heel goed aan het begin van de teelt. Op deze manier kunt u drie essentiële elementen aanwenden zonder bang te zijn voor chloorschade. Bij gewassen met een erg hoge zwavelbehoefte kunt u nog kiezen voor poly-kalisulfaat.

Poly-kalisulfaat

Poly-kalisulfaat is eigenlijk een zwavelmeststof met kali. In deze meststof zit 15% kali en 50% SO3. Verder bevat poly-kalisulfaat 6,5% MgO. Wat polykalisulfaat verder als voordeel heeft ten opzichte van andere kalimeststoffen is het element calcium. Bij lage gehaltes calcium in de grond is het verstandig om extra calcium aan te voeren. Omdat calcium vooral door de jonge wortels opgenomen wordt, is een combinatie met de kalibemesting aan het begin van de teelt ideaal qua tijdstip.

Powerbasic Caldera

Powerbasic Caldera 8 % N + 10 % CaO + Bo + Mn kan worden toegepast voor het zaaien of planten of tussen poten en frezen van de aardappelen. Deze meststof is speciaal ontwikkeld voor toepassing in aardappelen om een betere schilkwaliteit te krijgen. De beschikbaarheid van de calcium in deze meststof (calciumnitraat) is zeer goed.

Let op: deze meststof altijd apart spuiten en uw spuit van te voren reinigen met regen of leidingwater. Daarna goed leeg spuiten. Er kan namelijk gips ontstaan als de calcium reageert met in het water aanwezige zwavel.

MENGMESTSTOFFEN

Zodra de kaligift tijdens het groeiseizoen gegeven wordt, kunt u kiezen voor een mengmest met een bepaald gehalte kalium. De keuze van de meststof zal afhangen van de teelt en de te geven hoeveelheid nutriënten. NK16-0-30 en NK14-0-24 zijn meststoffen die in verschillende teelten toegepast worden om de kaligift te combineren met andere nutriënten.

Hieronder is de keuze voor kali, calcium en magnesium houdende meststoffen schematisch weergegeven:

Kennis & Nieuws

Gerelateerde berichten

Afbeelding Teeltadvies | Perenbladvlo en bemesting appel & peer
Teeltactualiteit Bemesting

Teeltadvies | Perenbladvlo en bemesting appel & peer

Door het warme weer gaat de ontwikkeling bij perenbladvlo op dit moment snel. We zien nu soms nog oude larven van de eerste generatie in de clusters.

Afbeelding Een vitale plant met Optifos
Technische achtergrond Bemesting

Een vitale plant met Optifos

Optifos is een vloeibare polyfosfaatmeststof die fosfaat optimaal beschikbaar houdt bij de wortels, neerslag in het druppelsysteem voorkomt en zo zorgt voor een vitale plant en betere opname van voedingsstoffen.

Afbeelding Stikstofbladbemesting in granen en graszaad met Powerleaf Stikstof Plus
Technische achtergrond Bemesting

Stikstofbladbemesting in granen en graszaad met Powerleaf Stikstof Plus

We hebben gelukkig wat neerslag gekregen na een extreem droge voorjaarsperiode. De granen hebben op veel plaatsen al groeiremming ondervonden van de droogte. Echter door de neerslag van afgelopen week is de vochtvoorziening weer tijdelijk op orde. De neerslag is zowel landelijk als plaatselijk divers gevallen en onvoldoende geweest om de nodige buffer aan te leggen. De komende periode wordt wederom droog weer verwacht, zullen de granen veel vocht verdampen en kan een tekort aan vocht er weer snel zijn. Dat heeft invloed op de beschikbaarheid van stikstof voor uw gewas.