Perenbladvlooien, spintmijten, oorwormen of roofmijten, het zijn allemaal insecten. Of ze nu gewenst zijn of niet; ze spelen hun rol in de boomgaard. We zoeken naar een balans tussen plaaginsecten en roofinsecten. Met deze balans gaan we in de fruitteelt steeds vaker werken. Het is een onderdeel van onze ‘systeemaanpak’. In dit bericht blikken we terug op het gebied van insecten, geschreven door Thom van der Riet.
Regen, regen en nog eens regen. Iedereen weet dat in het voorjaar van 2024 veel regen is gevallen. Niet alleen nadelig voor de grasbanen, maar ook voor de ontwikkeling van perenbladvlo. De regen spoelt namelijk de honingdauw, wat de larven uitscheiden, weg. Ook door de gematigde temperaturen tijdens het seizoen bleef de aantasting door perenbladvlo beperkt. Toch is het niet overal gemakkelijk gegaan.
Door de vele regen is in het voorjaar nauwelijks Surround of olie ingezet. Begin mei verkleurden de eerste witte eieren van de tweede generatie oranje. Dit was het moment voor het inzetten van Movento of Batavia. Veel telers hebben rond 10 mei behandeld. Bij een aantal bedrijven was één behandeling voldoende. Dit verlaagde de plaagdruk zover dat veel telers minder moesten ingrijpen in de zomer in vergelijking met andere jaren.
Toch hadden enkele beplantingen in augustus schade van perenbladvlo. Hier waren te weinig oorwormen en roofwantsen actief om de plaag onder controle te krijgen. Ook na de oogst was aantasting van vlooien soms toch een probleem.
In enkele beplantingen appel kwamen wintereieren voor van de fruitspintmijt. Begin april ging de gewasontwikkeling snel. Dat was een goed moment om nog minerale olie in te zetten. Dit gaf meestal voldoende resultaat. In enkele beplantingen was het nodig om in te grijpen met Scelta of Cantack.
In mei en juni nam de populatie roofmijten toe. Zij konden direct aan de slag om de fruitspintmijt te beheersen. Plaatselijk kwam bij appel in het tweede deel van zomer nog aantasting voor. Hierbij speelde zowel fruitspint als harlekijnmijt een rol. De harlekijnmijt is te herkennen aan langere poten en geeft sneller een geelverkleuring van het blad bij appel.
Roestmijt was bij verschillende bedrijven bij appel en peer dit seizoen wel een item. Ondanks de bespuiting met Movento of Batavia gaf roestmijt bij een aantal perentelers toch aantasting in de zomer. Met het verdwijnen van deze middelen is roestmijt zeker in de toekomst een aandachtspunt in de fruitteelt.
Dit jaar speelde verder de roze appelluis en de roze perenluis. Net als bij spintmijt komt de aantasting voor in ‘haarden’. Kenmerkend zijn in mei en juni de scheuttoppen met gekruld blad. Bij roze appelluis kiezen veel telers ervoor om in maart/april een behandeling uit te voeren met Teppeki. Na de bloei volgt vaak een behandeling met Movento of Batavia.
Ook perentelers gebruiken vaak Teppeki kort voor de bloei tegen bladluis. Roze perenluis is ook bestreden in mei met de Movento/Batavia-bespuiting. Bij een aantal telers bleek roze perenluis wel een lastige plaag. Aantasting kwam soms tot in juni voor. Dit geeft dan wel misvormde peren.
De laatste jaren zijn appelbloesemkever en perenknopkever bij steeds meer bedrijven een serieuze plaag. Bij een matige aantasting geven ze al direct productievermindering. Het tegengaan is zowel in de gangbare, als in de biologische teelt, zeer lastig. De vrijstelling voor het gebruik van Raptol in de biologische teelt kwam dit seizoen eigenlijk te laat voor een effectieve bestrijding van bloesemkever. In de gangbare teelt zijn nu Minecto One en Exirel toegelaten, dit geeft wel mogelijkheden. Echter door beperkingen op het etiket blijft de optimale bestrijding van beide kevers lastig.
Wat betreft fruitmot hebben we gezien dat het een lang gerekt seizoen was. Kenmerkend waren de meerdere lage ‘pieken’ in de vlucht van de eerste generatie. We vingen de eerste fruitmot op 13 mei in één van onze deltavallen. Eind mei en begin juni bleven de vangsten door het koele regenachtige weer relatief laag. Ook was er nauwelijks ei-afzet door fruitmot in deze periode.
Door de lange vlucht van de eerste generatie was Coragen lastig te plannen. Gezien de vroege pluk was het wel van belang om dit toch op tijd in juni in te zetten, om zo een 0-residu te behouden bij de oogst. Om de aantasting onder controle te houden, hebben enkele telers nog Madex Top ingezet. Een tweede generatie kwam niet voor. De aantasting bij de oogst was in 2024 op veel bedrijven lager dan in 2023. Wel zagen we soms opvallend veel late aantasting bij Conference. In de derde week van augustus, tijdens de start van de pluk, kwamen soms nog larven voor in de vruchten.
Tijdens onze zomerbijeenkomst lieten we ons Fruitmax bloemenmengsel zien. Dit bestaat voornamelijk uit schermbloemigen. Deze bloemen zijn uitermate geschikt voor het aantrekken van sluipwespen, gaasvliegen, roofwantsen en solitaire bijen. Naast het bloemenmengsel zaaien is er een nog makkelijkere oplossing; het gras lang laten. Dit creëert schuilplekken voor natuurlijke vijanden.
De gewenste vijanden treden pas op als de ongewenste plagen aanwezig zijn. Wilt u de populatie van bijvoorbeeld roofmijten of roofwantsen verhogen? Dan kan dit ook door deze fysiek uit te zetten in de beplantingen. Dit jaar hebben we daarmee ervaring opgedaan en dit willen we graag doorzetten naar het volgende seizoen. Het zijn interessante ontwikkelingen die we blijven volgen, mede ook na het verdwijnen van belangrijke middelen zoals Movento en Batavia.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit bericht mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.