Een eigenschap van zandgrond is dat er meestal een lager organische stof gehalte aanwezig is. Aan de hand van organische stof kunnen we concluderen dat de populatie schimmels en bacteriën anders is dan veen- en kleigrond. De verwachting was dat er bij een beweidingsproef op zandgrond geen grote verschillen zouden zijn tussen de objecten in de proef. Toch zeggen de gemeten cijfers wat anders: er is een meeropbrengst gemeten in de strook grasland bemest met Powerbasic Bravo. Proeven van de afgelopen drie jaar tonen dezelfde resultaten.
Het proefperceel is opgedeeld in drie stroken, waarbij elke strook is bemest met een specifieke meststof: KAS-S, Novurea-s en Powerbasic Bravo. Deze meststoffen zijn de meest gebruikte meststoffen voor grasland en bevatten alle drie zwavel. Voor de koeien op het proefperceel kwamen, is met een zogenoemde pasture reader, die met geluidsgolven werkt, de opbrengst gemeten (in kg droge stof per hectare). Nadat de koeien een dag gegraasd hebben, is dezelfde meting gedaan. Aanvullend zijn er nog vers grasmonsters genomen, waarmee de voederwaarde van het gras is gemeten. Landelijk zijn nog twee dezelfde proeven georganiseerd, op klei en op veen. Informatie over de eerste bevindingen van de proef op veen zijn hier terug te lezen.
De groene staven duiden de opbrengst per meststof, de oranje staven de gegraasde hoeveelheid gras. Novurea-S heeft de hoogste opbrengst. Het gras met bemest met Powerbasic Bravo is het meest gegraasd. De opname van Novurea-S is 71 procent meer dan de opname van KAS-S. Het gras bemest met Powerbasic Bravo is het meest gegraasd door de koeien, 86 procent meer dan KAS-S.
De strook bemest met Powerbasic Bravo heeft een hoge opbrengst. De koe heeft een hoge droge stof opname waardoor het gras goed benut wordt. Er wordt verder onderzoek gedaan waarom het gras bemest met Powerbasic Bravo beter in de smaak valt bij de koeien.
Kennis & Nieuws