De eigenschappen van veengrond zorgen ervoor dat er wisselende resultaten kunnen zijn in de opname van gras. Hier speelt het hoog organische stof-gehalte een grote rol. Het organische stof wordt afgebroken door schimmels, die de opname van gras kunnen beperken. Wat zeggen de resultaten van een beweidingsproef op veengrond?
Het proefperceel is opgedeeld in drie stroken. De stroken zijn apart bemest met elk een eigen meststof, KAS-S, Ipreum-s en Powerbasic Bravo. De gemeten meststoffen zijn de meest gebruikte meststoffen en bevatten alle drie zwavel. Voordat de koeien op het proefperceel kwamen, is met een zogenoemde pasture reader de opbrengst gemeten (in kg droge stof per hectare). Nadat de koeien een dag gegraasd hebben, is dezelfde meting gedaan. Aanvullend zijn vers gras-monsters genomen.
Landelijk zijn nog twee dezelfde proeven georganiseerd.
De resultaten van de beweidingsproef zijn uitgedrukt in onderstaande grafiek. De groene staven duiden de opbrengst per meststof, de oranje staven de gegraasde hoeveelheid gras. Ipreum heeft de hoogste opbrengst. Het gras met bemest met Powerbasic Bravo is het meest gegraasd. De opname van Ipreum is 95% meer dan de opname van KAS-S. Het gras bemest met Powerbasic Bravo is het meest gegraasd door de koeien, 163% meer dan KAS-S.
Powerbasic Bravo heeft een hoge opbrengst en wordt het meest efficiënt beweid vanwege de hoge opname. Deze proef is het eerste jaar op veengrond maar de resultaten geven hetzelfde beeld als de meerjarige proeven op andere grondsoorten.
Kennis & Nieuws