Innovatief sportveldbeheer in Rotterdam
Met honderd sportcomplexen verspreid over de stad, van Hoogvliet tot Hoek van Holland, staat Sportbedrijf Rotterdam voor een enorme uitdaging: hoe houd je al die sportvelden het hele jaar door bespeelbaar én werk je tegelijkertijd aan verduurzaming? Arjan van Bodegom (64), Cultuurtechnisch Beheerder Sportterreinen, zoekt continu naar innovatieve oplossingen. Samen met Bart Boot, adviseur groenvoorziening bij Van Iperen, deelt hij zijn visie op duurzaam sportveldbeheer.
“Als je in Rotterdam mocht komen en ook nog iets kon verkopen, dan was je spekkoper,” blikt Arjan terug op zijn carrière. Na tien jaar als adviseur bij Mol Agrocom maakte hij in 2017 de overstap naar wat later Sportbedrijf Rotterdam zou worden. “Als ze je dan ook nog vragen of jij bereid bent om voor de stad Rotterdam de sportvelden te gaan beheren, dan is dat heel bijzonder. Een uitdaging die ik op dat moment niet voorbij kon laten gaan.”
Die pioniersmentaliteit zat er al vroeg in. “We begonnen bij Mol Agrocom al in 2009 met biologische plaagbestrijding, toen dat nog helemaal niet gebruikelijk was,” vertelt Arjan. “Middelen waren gewoon nog beschikbaar, maar ik begon met lieveheersbeestjes tegen de luizen. Dat waren de eerste stappen.” Ook bij de bestrijding van emelten en engerlingen, beide larvesoorten die het gemunt hebben op de grasmat, zocht hij naar biologische oplossingen, zoals de inzet van aaltjes. “We ontwikkelden zelfs een speciale doorzaaimachine om die natuurlijke vijanden op een effectieve manier te kunnen verspreiden.”
Nu, ruim vijftien jaar later, is duurzaamheid niet meer weg te denken uit het sportveldbeheer. Met een toereikend budget vanuit de gemeente Rotterdam en 35 medewerkers voor de buitensport zoekt Arjan continu naar nieuwe mogelijkheden. “We denken bij alles na hoe we kunnen verduurzamen. Van elektrische trekkers tot HVO100-brandstof, die zorgt voor 86% CO₂-reductie. We hebben daarin ook een voorbeeldfunctie naar de stad.”
Een van de meest aansprekende innovaties is het DrainTalent systeem. “Het is een ingenieus pompsysteem dat om de anderhalve meter gekoppeld is aan een drain op 18 centimeter diepte onder de grasmat,” legt Arjan uit. “De pomp kan water inbrengen uit een bron, maar ook overtollig water afvoeren. Ligt er vanavond een onweersbui op de Noordzee die ons 20 millimeter water gaat brengen, dan gaat die pomp daarop al voorsorteren.”
Het systeem biedt meer voordelen dan alleen watermanagement. “Door de speciale samenstelling van de bovenlaag van de bodem krijg je een capillaire werking naar boven. Het grasplantje gaat naar beneden want die merkt dat daar water is. En dat wil je als beheerder: een goed wortelpakket, want dan ontstaat een groter bereik om voedingsstoffen op te nemen, een gezondere plant en een veel sterkere grasmat.” Bart Boot onderstreept het belang van deze innovatie:
Sportbedrijf Rotterdam is verantwoordelijk voor alle sportfaciliteiten in de stad. Het bedrijf, met de gemeente Rotterdam als enige aandeelhouder, bestaat uit drie hoofdtakken: droge sport, natte sport en buitensport. In totaal telt het bedrijf ruim 400 medewerkers, waarvan 35 voor de buitensport, waar Arjan van Bodegom leiding aan geeft. De organisatie werd in 2018 verzelfstandigd. Het Sportbedrijf heeft een belangrijke stem in de verduurzaming van de Rotterdamse sportinfrastructuur.
“We leveren de complete teeltlaag, het zand, de meststoffen en het graszaad. Het is een mooi voorbeeld van hoe we samen met Arjan zoeken naar duurzame oplossingen.”
Een andere innovatie vinden we op een korfbalveld, waar Arjan experimenteert met ondergrondse wateropslag. “We hebben de bodem 35 centimeter uitgediept, een waterdichte folie neergelegd en daarop kratjes gestapeld. Op die kratjes hebben we de grond teruggebracht, gemengd met zand.” Het systeem vangt regenwater op van nabijgelegen laagbouwwoningen. Dat water komt in die kratjes. “Met steenwolpluggen, een techniek uit de tuinbouw, trekken we het water omhoog. Het idee is dat we goed regenwater niet allemaal de stad uit lozen, maar bewaren voor droge periodes.”
De grootste uitdaging ligt in de balans tussen natuurgras en kunstgras. “Kunstgras is absoluut niet duurzaam,” stelt Arjan. “Maar in een stad als Rotterdam is iedere vierkante centimeter grond schaars en kostbaar. Op kunstgras kun je dubbel zoveel uren maken als op natuurgras en daar wringt het.”
“Op deze manier heeft Rotterdam zijn eigen boomkwekerij”
Toch ziet hij mogelijkheden. “Met systemen als DrainTalent wordt natuurgras een serieuze concurrent van kunstgras. Het kost veel minder en is duurzamer. We moeten hier heel veel energie in blijven steken. Als we niet zorgen dat we natuurgras kunnen behouden, dan worden we straks gedwongen om kunstgras te gebruiken.”
“We denken daarom ook na over de vraag hoe we de bodem in de winter op temperatuur kunnen houden. Want voor grasgroei heb je licht maar ook bodemtemperatuur nodig. We praten met diverse vakmensen over mogelijkheden zoals vloerverwarming met aardwarmte. Het zijn allemaal kleine beetjes die samen van betekenis zijn.”
Een nieuwe ontwikkeling is de plaatsing van bomen langs kunstgrasvelden. “Bomen en kunstgras houden heel erg van elkaar, maar dat is slecht voor het sportveld,” legt Arjan uit. De oplossing? Grote betonnen bakken waarin bomen kunnen groeien zonder dat de wortels onder het sportveld kunnen komen. “Na twintig jaar kun je ze eruit halen en ergens anders in Rotterdam planten. Op die manier heeft Rotterdam zijn eigen boomkwekerij.” In de bakken komt een soort hydrocultuur met speciale grond van Van Iperen. “Een boom van twintig jaar oud kan op een warme zomerdag 500 tot 1000 liter water verdampen. Zo dragen ze bij aan verkoeling van de stad.”
Bart Boot kwam in 2010 bij Mol Agrocom, dat later door Van Iperen werd overgenomen. Bij Mol Agrocom werd hij op sleeptouw genomen door Arjan van Bodegom en Jos Boonman. “Ik heb heel veel geleerd van deze pioniers in dit vak; daar ben ik tot de dag van vandaag dankbaar voor.” Met een achtergrond in de sport – hij was op 22-jarige leeftijd al voorzitter van een voetbalvereniging en speelt nog steeds – begrijpt hij als geen ander het belang van goed onderhouden sportvelden.
Een belangrijke stap in verduurzaming is de transitie in bemesting. “In het kader van duurzaamheid kiezen we voor organische mest, maar dat lukt niet voor de volle honderd procent,” legt Arjan uit. “We starten mineraal, want je wilt dat je veld na de winter weer zo snel mogelijk groen en bespeelbaar wordt. Daarna gaan we over op organische meststoffen en we sluiten af met mineraal.” Deze aanpak heeft resultaat: “We hebben de hoeveelheid minerale meststoffen in volume teruggebracht tot een kwart van wat het was.”
De samenwerking met Van Iperen gaat verder dan alleen producten leveren. “Kennis van middelen verandert heel snel,” zegt Arjan. “Daar heb ik Bart voor nodig. Dat is de onschatbare waarde van de vertegenwoordiger waar je als klant gebruik van moet maken.”
Bart beaamt dit: “We delen kennis uit verschillende sectoren. Bij de inzet van vloeibare meststoffen heb ik mijn collega’s uit de akkerbouw nodig. Die expertise kunnen we nu ook bij andere gemeenten inzetten. Ook bij de duurzame projecten zijn we nauw betrokken, van het leveren van zaden, compost en zand tot het adviseren over natuurgrasvelden.”
Voor Arjan is zijn werk vooral een passie: “Het vak is oneindig; steeds bedenken we weer nieuwe dingen. Ik zeg altijd dat je elke dag weer een nieuw A4’tje in je rugzak steekt. Mijn doel? Zorgen dat alle kinderen en sporters gebruik kunnen maken van hun sportveld. Daar doe je het voor.”