Om de verstuivingen tegen te gaan wordt er gezaaid met een anti-stuifmengsel. Het stuifmengsel, ook wel Europoortmengsel genoemd, is een mengsel dat bestaat uit graan, gras en overige kruidachtige zaden. Dit genoemde mengsel is ontwikkeld tijdens de aanleg van Maasvlakte 1 begin jaren 70, waar Van Iperen bij betrokken was. Gedurende de aanleg van Maasvlakte 1 en de vele jaren daarna is het Europoortmengsel toegepast bij reconstructies en na extreme verstuivingen als gevolg van stormen. Het mengsel heeft zich bewezen te kunnen ontwikkelen en vestigen onder extreme omstandigheden, zoals droogte en zilte wind. Door de jarenlange inzet en het daaropvolgende beheer heeft Maasvlakte 1 een uniek karakter gekregen met een enorme diversiteit in flora en fauna. Het beoogde doel van dit zaaizaadmengsel is het voorkomen van verstuiving.
Het zaaitijdstip, zaaidiepte, zaaivolume, beschikbare direct opneembare voeding en de weersomstandigheden zijn sterk bepalend voor de ontwikkeling van het ingezaaide stuifmengsel.
Het mengsel en de daarin aanwezige componenten hebben bewezen uitgebalanceerd te zijn voor inzaai op ruderale en moeilijk te begroeien situaties.
Het mengsel kan echter niet zonder een aantal basiselementen, zoals beperkt opneembare voeding en vocht. Zonder deze is geen groei en overleving mogelijk.
Het Europoortmengsel bevat 50% granen. Deze kunnen bestaan uit verschillende graansoorten, maar dit is geen vereiste en ook niet van invloed op het uiteindelijke resultaat. De grassen die het mengsel bevat kunnen divers zijn, maar zijn alle meerjarig vast. Naast het percentage van minimaal 30% grassen bevat het mengsel maximaal 20% overige soorten. Deze kunnen bestaan uit bladrammenas, boekweit, gele mosterd, luzerne en andere soorten. De overige, zoals deze groep genoemd wordt, geven de te vormen grasmat bescherming tijdens de jeugdige fase na opkomst, omdat zij lichtkiemers zijn en zich snel vestigen. Na afsterving van deze planten blijft een geringe hoeveelheid organisch materiaal op de bodem achter wat weer ten goede komt aan de grasplant, namelijk voeding, vocht, bloot stuiven van de wortel en temperatuurbescherming in de toplaag (haarwortelverbranding).
